donderdag, april 19, 2012

Ronde van Aruba


Na het relatief goede eerste deel van de JKM vorige week had ik alle hoop op een redelijk resultaat op de Ronde van Aruba. Op dinsdag vlieg ik naar Curacao, donderdag nog een kustwachtvlucht en dan 's avonds naar Aruba, misschien niet de ideale voorbereiding. Op vrijdag lig ik veel op mijn bed en probeer te rusten, van slapen komt niet veel en om 21:30 sta ik op. Eerst vul ik mijn koelbox met 8 bidons water, 4 flesjes cola, 4 flesjes sportdrank, een pak marsen en bananen, daarna meld ik mij bij de start waar ook mijn chauffeur inmiddels aanwezig is. Kort maken we wat afspraken, daarna begint het wachten.

Dit jaar zijn er 3 solo deelnemers, 1 marinier is reeds om 21:00 vertrokken en is aan het speedmarsen, de twee andere ultralopers mogen respectievelijk om 00:03 en 00:04 starten. Om middernacht start er eerst nog een speedmars estafette-team, 3 minuten later is het de beurt aan mij. Na het aftellen vertrek ik onder luid applaus voor een rondje over de marinekazerne. Een minuut later hoor ik weer applause, de volgende loper is ook gestart, over twee minuten zal het eerste duo team starten met daarna weer telkens een minut tussenruimte tot ook alle 3 de duo teams weg zijn, tot slot volgen dan de estafette-teams bestaande uit 4 personen, hiervan zijn er 33. na een paar honderd meter sluit mijn volgauto aan en is het echt begonnen.

Na ruim een kilometer verlaten we de kazerne en lopen we richting San Nicolas en nog voordat mijn horloge 2 km aangeeft komt de andere solo loper mij al voorbij, ik zie de lampjes van zijn volgauto langzaam in de verte verdwijnen. Niet veel later volgen ook de duo-teams die alle drie nog vlak bij elkaar lopen en het eerste estafette team zit daar ook niet ver achter.

We lopen inmiddels in San Nicolas en krijgen de eerste heuveltjes te verwerken. Vanaf de eerste meters gaat het la niet zo lekker als vorige week, toch hou ik hoop dat het straks wel goed zal komen, ik loop een rustig tempo en de kilometertijden zijn telkens net boven de 6 minuten. Bij het verlaten van de bebouwde kom nog een laatste klim en dan de afdaling naar de noordkust, de eerste 9 km zitten er op en ik loop langs het eerste wisselpunt, ik ben een beetje verbaasd dat er nog niet meer estafette-teams voorbij gekomen zijn.

De noordkust, waar we nu lopen, is erg rotsachtig en zanderig, het tempo zakt echter niet ver onderuit hoewel ik na 15 km toch al wat vermoeidheid begin te voelen. Vanaf het eerste wisselpunt komen de estafette-teams nu heel snel voorbij, een lang lint van rode achterlampen zie ik langzaam bij mij wegrijden. Vanuit de laadbak van de, meest pick-up model, volgauto's krijg ik nog aanmoedigingen, ik probeer zo soepel als mogelijk in de stofwolken het juiste pad te vinden tussen de stenen en paseer zo de windmolens die in deze stille nacht een behoorlijke hoeveelheid lawaai produceren. De eerste kilometers van dit traject waren behoorlijk vlak, bij de windmolens zit echter weer een klein klimmetje als voorbode voor wat ons over twee kilometer te wachten staat.
Voor de start bij mijn volgauto

Ik had voor de loop nog even de gegevens van twee jaar geleden bekeken en gezien dat ik toen op 18 km enorm ingezakt was, mijn doel was om dit jaar een paar kilometer verder te komen voordat het tempo onderuit zou zakken. Net voor het 18 km punt weet ik ineens weer waarom ik hier mijn tempo niet kon houden, een steile lange klim doemt voor mij op. Blijven lopen is voor mij geen optie, ik wandel naar boven en merk dat zelfs dit mij vandaag veel moeite kost, geen goed teken.

Als ik dan eindelijk boven ben kan ik weer iets versnellen in de afdaling en even later is daar het tweede wisselpunt. Net voorbij dit punt komen de laatste estafette-teams mij voorbij en loop ik dus achteraan. Plots zie ik voor mij echter weer lampjes van een volgauto die niet bij mij wegrijd, maar waar ik op inloop. Als ik dichterbij kom herken ik de lampjes en auto, het is de andere solo-loper. Hier in de heuvels bij de Mira Lamar pas is zijn tempo nog verder weggezakt dan dat van mij. Ik haal hem vrij vlot in en loop ook meteen uit.

Mijn tempo is echter ook niet geweldig, heuvel op wandel ik, heuvel af ga ik weer over in looppas, de gedachten aan opgeven spelen alweer door mijn hoofd, ik weet ze nu echter snel van mij af te zetten met de gedachten dat ik op de eerste plaats loop en dat het twee jaar geleden vanaf de vuurtoren ineens wel wat beter ging. Ik ploeter dus door.

Al klimmend en dalend vervolg ik mijn weg, langs het ranger huis, de oude goudmijn en de natural bridge weer verder over de rotsachtige noordkust. Heel in de verte zie ik nog net de laatste estafette-teams de vuurtoren ronden, daarna loop ik alleen. Af en toe moeten we om een kleine inham heen of over een heuveltje, ik kijk dan toch telkens even achterom om te kijken waar de andere loper zich bevind, ik schat dat er al ongeveer een kilometer tussen ons zit.

Ik blijf maar doorgaan met de hoop dat het straks beter gaat als we op de verharde wegen komen e wil niet opgeven zolang ik op de eerste plaats loop. Die vuurtoren lijkt maar niet dichterbij te komen, maar dan eindelijk op het moment dat er steeds meer zand en minder stenen liggen is het zover, ik loop ter hoogte van de vuurtoren, al ruim 5 uur onderweg, net de marathonafstand gepasseerd en ik begin aan het klimmetje naar de vuurtoren. Boven aan deze klim ruil ik het onverharde eindelijk in voor de verharde weg en ga weer lopen. het loopt zelfs een beetje af hier, dus het gaat inderdaad weer lekker.

Na bijna twee kilometer loop ik de bebouwde kom weer in en moet ik even wandelen omdat er een korte steile klim in de weg zit. Daarna gaat het weer door in looppas. Ik heb nu een ritme te pakken waarbij ik telkens 200 meter wandel om vervolgens een kilometer te lopen, op deze manier loop ik tussen de 7 en 8 minuten per kilometer. Het is inmiddels 6 uur geworden en ik loop langs de hogh rise hotels als de zon op komt. In eerste instantie is er nog een beetje bewolking maar al vrij snel staat de zon in volle glorie te branden, de temperatuur, die de hele nacht al vrij hoog was neemt nu snel verder toe. ik voel het laatste restje energie uit mijn lichaam weglopen en mijn wandelstokken worden langer.

Na de hotels loop ik door Oranjestad, hier gaat het nog wel redelijk, daarna volgt echter de weg langs het vliegveld, ruim twee kilometer licht klimmend, ik kom hier niet aan lopen toe en wandel tot de verkeerslichten boven op deze heuvel, in de afdaling ga ik weer over op een looppas maar voel ik ook af en toe een lichte misselijkheid opkomen. De 60 kilometer ben ik reeds gepasseerd, nu is het op karakter doorbijten, nog minder dan 15 km totdat je mag liggen.

Ik passeer het laatste wisselpunt, hier zit de speedmarser die drie uur voor mij vertrokken is, hij heeft een moment rust genomen om straks verder te gaan, ik loop door, krijg te horen dat het nog slechts 8 km is en zie een lange rechte weg voor mij met veel kleine heuveltjes. Als ik een kilometer voorbij deze post ben blo keren mijn benen plots en moet ik even stil staan. Deze plotselinge stop na ruim 8 uur non-stop lopen heeft tot gevolg dat mijn maag op begint te spelen, ik word ineens erg misselijk en moet even zitten. Aangezien ik net de laatste post ben gepasseerd rijd de ambulance op dit moment achter mij. Het medische personeel stapt uit en vraagt hoe het gaat. Net als ik wil zeggen dat ik even moet bijkomen, ik ben wel vaker misselijk na afloop van een ultra-marathon komt de cola die ik de afgelopen uren heb gedronken eruit. Ik voel mij meteen weer een stuk beter en wil verder gaan, het ambulance personeel wil mij echter eerst even onderzoeken. Mijn hartslag is in orde, ik heb mijn hartslagmeter om, dus die is zo af te lezen, ook voel ik niet erg warm aan. Volgens mij dus geen reden om te stoppen, het medische personeel geeft echter het advies te stoppen en ook de wedstrijdleiding sluit zich daarbij aan en zal mij niet opnemen in de uitslagen waardoor er voor mij niets anders over blijft dan nog even een paar honderd meter uitlopen en dan in de auto te stappen om naar de finish gereden te worden.

Met nog 7 km te gaan heb ik helaas de strijd moeten staken. Ik was uiteindelijk acht en half uur aan het lopen en had waarschijnlijk in ongeveer dezelfde tijd als twee jaar geleden de finish gepasseerd, ik zal het echter nooit weten.

Na afloop nog even een massage, een warme douche en een paar uur in bed liggen, 's avonds nog de prijsuitreiking en een feestavond. Vervolgens naar bed om de volgende ochtend vroeg terug te vliegen naar Curacao, op zondagavond mag ik weer gewoon aan het werk. Voorlopig was dit het voor wat betreft het ultralopen. Na 2008 heb ik nooit meer een goede prestatie neer kunnen zetten, tevens heeft de medische wetenschap mij voorlopig geadviseerd om niet meer te gaan duursporten. Ik twijfel nog of ik misschien in Gieten voor het laatst zal lopen om toch niet met een DNF te eindigen, wat ik daarna ga doen, ik heb geen idee.